Is er een toekomst voor de (zeer) kleine school in meertalig Fryslân?

Afgelopen week stond de abbs Otto Clantskoalle volop in het nieuws. Eerst op de voorpagina van de LC, waarin verslag werd gedaan van een bijeenkomst waarin de ouders en het team van de school werd medegedeeld dat er geen toekomst meer is voor scholen met minder dan 35 leerlingen. Het bestuur heeft aangekondigd de school na het volgende schooljaar te willen sluiten. Daarna werd het standpunt van de ouders nog een keer duidelijk voor het voetlicht gebracht in een ingezonden stuk in diezelfde krant. De argumenten van de ouders zijn onderwijsinhoudelijk en emotioneel tegelijk. Tenslotte brengt ook de FNP een persbericht naar buiten waarin ze van ‘in skande’ spreken en de partij kondigt aan vragen te zullen stellen aan de nieuwe gedeputeerde.

De Otto Clant staat bekend als een hele goede school, met een vernieuwend onderwijsconcept, waar leerkrachten en leerlingen de verschillende talen gebruiken als middel om te leren en waar de leerlingen ook de kans krijgen die verschillende talen te verwerven. Het bestuur is echter verantwoordelijk voor de kwaliteit en het voortbestaan van veel meer scholen en naar ik heb begrepen zakt het leerlingenaantal niet alleen op deze school, maar zakt het totale aantal leerlingen binnen dit bestuur onder de 1600 en dat heeft hele grote financiële gevolgen. Het is dus ook wel begrijpelijk dat de directie in zo’n situatie knopen moet doorhakken.

Zonder direct zelf een standpunt in te willen nemen zou ik op dit platform de vraag willen stellen of wij (bestuurders, lerarenopleiders, onderzoekers, begeleiders) een actieve rol zouden moeten spelen in deze discussie. Ik roep jullie daarom ook op om mee te denken en te discussiëren op dit platform (www.www.opdestream.nl). Een goede drietalige school moeten we niet zomaar opgeven.

Is het mogelijk om verder te kijken dan het leerlingenaantal alleen? Ik vrees namelijk dat het idee om met busjes te gaan rijden (vol met leerlingen uit de stad) gedoemd is te mislukken. In een vergelijkbare situatie op De Veenhoop is dat ook niet gelukt.

Kan de lerarenopleiding (NHL Hogeschool/Stenden) en met name de drietalige PABO iets betekenen voor deze school? Zijn de lectoraten in staat om out of the box ideeën te genereren, waardoor het voor alle partijen weer een uitdaging wordt om de school in Boksum overeind te houden? Wat gaat het Expertisecentrum Meertaligheid (Cedin) doen, of de AFUK? Hoeveel ondersteuning kunnen de grote provinciale netwerken (3TS, de taalcoördinatoren, O21) bieden?

Wanneer wij de krachten bundelen moet het toch mogelijk zijn om het probleem dat de krimp hier met zich mee brengt op te lossen.

Albert Walsweer

Laat een reactie achter